IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur


Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi

Bonte Vliegenvanger (Ficedula Hypoleuca)

Bonte Vliegenvanger (Ficedula Hypoleuca)

Bonte Vliegenvanger (Ficedula Hypoleuca)


 

Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Google
 
Web www.ivnvechtplassen.org

Het geluid van de Bonte Vliegenvanger heeft in aanvang wel iets van een koolmees, maar het eindigt met een paar afwijkende tonen.

Herkenning: L 12,5 cm. Een koppie kleiner dan de Grauwe Vliegenvanger. In de Europese populatie zijn twee kleurvariaties te onderscheiden, namelijk de Britse en Scandinavische populatie waarvan het mannetje een gitzwarte rug heeft en de Midden-Europese populatie, waaronder ook de Nederlandse valt, waarvan de mannetjes een grauwbruine rug hebben.

Biotoop: oud loofbos en opgaand gemengd bos met natuurlijke holten

Broedgebied: Tegenwoordig broedt de Bonte Vliegenvanger in geheel West- en Midden-Europa, het Alpengebied en Midden-Spanje en Portugal.

Komt in Nederland voor als: Zomergast. De Bonte Vliegenvanger is oorspronkelijk afkomstig uit Midden- en Noord-Europa en Groot-Brittannië en heeft zich gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw in zuidwestelijke richting uitgebreid. Dat heeft een flinke toename van de soort als broedvogel in Nerderland tot gevolg gehad. Deze uitbreiding is mede het gevolg van het op grote schaal ophangen van nestkasten, waarin de Bonte Vliegenvanger, als holenbroeder, in Nederland bijna uitsluitend broedt.
De soort overwintert wat betreft de Noordwest-Europese exemplaren in Noordwest-Afrika naar het zuiden tot in Tanzania. In augustus zijn de meeste vogels van deze populatie en dan vooral de jonge exemplaren al in Zuid-Europa te vinden. De adulte vogels trekken wat later weg.
De najaarstrek duurt tot begin oktober en de voorjaarstrek van half april tot eind mei. Vooral tijdens het voorjaar kan sterke doortrek optreden, waarbij op de Waddeneilanden en langs de kust, maar ook wel in het binnenland, plotseling overal Bonte Vliegenvangers worden gezien.
De vogels van de Scandinavische en Noordduitse populatie trekken in die periode bij ons door en dan zijn in Nederland ook vaak die fraaie zwartwitgetekende mannetjes te zien. Aangezien de Bonte Vliegenvanger in Nederland vrijwel uitsluitend is aangewezen op de beschikbare nestkasten, is het niet gewenst om uit bospercelen uit beheersoverwegingen ineens alle nestkasten te verwijderen.

Bedreigd of niet? Het aantal broedparen neemt af.

Aantal broedparen in Nederland: 15.000-25.000 broedparen (1987)

Verspreiding in Nederland (1979):


Atlas van de Nederlandse Broedvogels,
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland

Procentuele ontwikkeling van de Bonte Vliegenvanger in Nederland:


Sovon & CBS, 1998

Bonte vliegenvangers broeden te laat:
Trekvogels in de clinch met klimaat

Artikel: Adjustment to climate change is constrained by arrival date in a long-distance migrant bird, Christiaan Both & Marcel E. Visser, Nature, 17 mei 2001.

HETEREN (Gld.)/GRONINGEN - Ze doen wel hun best, maar bonte vliegenvangers kunnen zich niet voldoende aanpassen aan de huidige klimaatsveranderingen. Dit stellen ecologen Christiaan Both (Rijksuniversiteit Groningen) en Marcel Visser (Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek NIOO) in Nature van 17 mei. Het Nederlandse voorjaar is de laatste 20 jaar steeds warmer geworden, en daardoor 'eerder'. Maar de vogels keren niet eerder terug uit hun overwinterings-gebied in tropisch Afrika. Hun probleem is vooral dat ze in Afrika moeilijk kunnen inschatten wanneer in Nederland het voorjaar begint. Dus moeten de vrouwtjesvogels hier in alle haast een nest bouwen en eieren leggen.

"De bonte vliegenvanger is eerder gaan broeden de laatste 20 jaar," weet NIOO-onderzoeker Marcel Visser. "Maar dit is niet voldoende: ze hadden hun legsel nog meer moeten vervroegen om het voorjaar bij te houden. Waarom ze dat niet gedaan hebben? Omdat ze niet eerder terugkomen uit hun overwinteringsgebied in Afrika. Hierdoor worden ze BEPERKT in hun mogelijkheden zich aan te passen aan de klimaatsverandering." Een typisch probleem van een lange-afstand trekvogel. De lentes zijn tegenwoordig een paar graden warmer in de gematigde streken van de wereld, waardoor veel bomen eerder uitlopen. Dat zorgt er weer voor dat insecten die van jonge bladeren leven eerder rondvliegen en -kruipen. Vliegenvangers kunnen alleen jongen grootbrengen wanneer er veel insecten zijn. Ze moeten eerder gaan broeden om voordeel te hebben van de insectenpiek in het vroege voorjaar. Maar uit gegevens van de vogelwerkgroep Arnhem blijkt dat de zwart-witte vogels niet eerder terugkomen uit hun overwinteringsgebied. Ze moeten zich nu enorm haasten om deze piek van rupsen en andere, vliegende insecten nog mee te kunnen pikken. Een aanzienlijk deel van de dieren komt te laat voor een OPTIMALE MAALTIJD. De vliegenvangers broeden nu ongeveer 10 dagen eerder dan in 1980. Daardoor hebben de vrouwtjes in plaats van twee tot drie weken er maar een om bij te tanken voor het energievretende eieren leggen en jongen voeren.

De trek vergt ook een zware inspanning van de vliegenvangers. Ze overwinteren ten zuiden van de SAHARA. Toch is de aanpassing van de haastende vrouwtjes niet genoeg geweest. De toegenomen selectiedruk op deze vogels om vroeg te broeden bewijst dit: vroege broeders hebben steeds meer succes.Voor mannetjes is het heel belangrijk om vroeg aan te komen. Vanaf half april arriveren ze in de broedgebieden in Europa. Een week later volgen de vrouwtjes. "De mannen moeten strijden om de territoria van goede kwaliteit. Vrouwtjes kiezen hun partner namelijk op grond van het territorium," verduidelijkt Christiaan Both. Als bonte vliegenvangerman ben je pas aantrekkelijk als je een mooi territorium hebt. Tegenwoordig hebben de vrouwtjes echter haast bij aankomst. Zijn ze daardoor minder kieskeurig bij de ZOEKTOCHT NAAR EEN PARTNER? Both: "Daar ben ik heel benieuwd naar! Je moet bedenken dat de keuze voor de juiste man heel belangrijk is. Als een vrouw bijvoorbeeld een man uitkiest die al een andere vrouw heeft, dan moet ze in haar eentje al het werk opknappen." Wat de trekvogel opbreekt, is dat er in het overwinteringsgebied niks verandert. Als de dagen daar lang genoeg worden, gaan de vogels op reis. Pas bij aankomst in het ver weg gelegen broedgebied blijkt de lente daar vroeger te vallen. Visser: "Tot voor kort kwam het PRECIES GOED uit. Nu het klimaat verandert, zijn de regeltjes niet meer juist. We zien zoiets ook bij koolmezen." De biologen onderzoeken de vogels in het natuurgebied het Nationale Park de Hoge Veluwe.

Het NIOO volgt de populatie bonte vliegenvangers daar al vanaf 1959, toen de eerste paren in de nestkasten gingen broeden. Op dit moment zijn daar rond de 100 broedpaartjes druk in de weer met nestelen. De onderzoekers benadrukken het belang van lange-termijnstudies met individueel herkenbare (gemerkte) dieren. Visser: "Zulke gegevens zijn enorm waardevol. Zo zie je echt de gevolgen van klimaatverandering." Als vervolg op dit onderzoek gaat het NIOO de KOMENDE DRIE JAAR uitzoeken waarom de bonte vliegenvangers niet eerder uit Afrika vertrekken. "Kunnen ze dat niet of willen ze dat niet? Dat is een groot verschil."

Het NIOO is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie centra: voor ecologie van kust en zee, van het zoete water en van het land. Op het NIOO-Centrum voor Terrestrische Oecologie in Heteren richten de onderzoekers zich op het leven op het land.

Voor meer informatie: Voorlichter ir. Froukje Rienks, NIOO, tel. 0294-239303 of 06-10487481, rienks@nioo.knaw.nl, Rijksstraatweg 6 Nieuwersluis, post: Postbus 1299, 3600 BG Maarssen. http://www.nioo.nl/