De herkomst van zijn naam dankt de paardekastanje mogelijk aan het verhaal
dat de Turken hun zieke paarden (dampig-heid) genazen door ze
kastanjes te laten eten.
Een ander verhaal is dat de boom zijn naam ontleent aan de bladvoet die er
uitziet als de hoef van een paard. (De bladvoet is de onderkant
van het steeltje waar het blad aan vastzit).
Wijdverbreid was het volksgeloof dat één kastanje (of een oneven
aantal) in de broekzak gedragen, helpt tegen reumatiek of jicht.