IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur



Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi


Tapuit (Oenanthe Oenanthe)

Tapuit (Oenanthe Oenanthe)
Klik op de foto voor een groter exemplaar


Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Grootte: -

Biotoop: Tapuiten zijn op de grond levende vogels van rotsige hellingen, toendra's, droge graslanden, duinen, hoogvenen en heidevelden. Het nest bevindt zich vaak in een konijnehol. Het uit insekten en ander klein gedierte bestaande voedsel wordt liefst op schaars begroeide plaatsen verzameld.

Territorium: -

Trekken of blijven: Het veranderende wereldklimaat heeft van de tapuit een langeafstands-kampioen gemaakt. Op het hoogtepunt van de laatste ijstijd broedde hij veel zuidelijker dan hij nu doet. Toen het pakijs zich terugtrok met een snelheid van één tot twee kilometer per jaar, breidde de soort zijn broedgebied in eenzelfde tempo verder naar het noorden uitd. Toch bleef de tapuit trouw aan zijn overwinteringsgebied, aan de zuidrand van de Sahara. De afstanden die de vogels bij hun halfjaarlijkse trek hadden te overbruggen werden steeds groter. Het is bijna onvoorstelbaar wat ze tegenwoordig presteren. De tapuiten die in de noordelijke toendra’s van Canada en Groenland broeden, steken via Ijsland en de Britse Eilanden de oceaan over om in Afrika neer te strijken. Al even driest is de ondernemingslust van de tapuiten uit Noord-Siberie, die ook nog steeds naar Afrika trekken. De kampioenen zijn de tapuiten die in Alaska broeden. Zij ondernemen de ongelooflijke tocht over de Beringzee, over heel Centraal-Azie om uiteindelijk in Ethiopie te belanden: een afstand van 16.000 kilometer.

Bedreigd of niet? De soort staat op de Rode Lijst vanwege de duidelijke afname van de Nederlandse broedpopulatie .

De Nederlandse tapuiten zijn van oudsher vooral te vinden in de duinstreek en op heidevelden en zandverstuivingen in het midden en oosten des lands. Rond 1900 ging het naar schatting om enkele duizenden paren. Met de bebossing en ontginning van veel woeste gronden nam de oppervlakte geschikt broedgebied flink af. Begin jaren zeventig waren nog 2000-3000 paar tapuiten over, waarna het bestand verder afnam tot 1500-1900 paar rond 1990. In Noord-Brabant en Limburg is de tapuit nu een zeldzame broedvogel. De belangrijkste overgebleven regio's zijn de duinstreek (met meer dan de helft van het Nederlandse broedbestand), Drenthe en de Veluwe. Met name in de duinen gaat de afname echter onverminderd voort.

Ondanks het stoppen van de ontginning van woeste gronden en de bescherming van veel van onze duingronden zet de afname van de tapuit door. Vooral de grote milieuproblemen lijken hiervan de oorzaak te zijn. De vermesting leidt tot het verdwijnen van schrale vegetaties en open, zandige plekken, die nu juist een onmisbaar deel van de leefomgeving van de soort vormen. In steppen van pijpestro of duinriet hebben tapuiten weinig te zoeken. Het terugdringen van de uitstoot van vermestende stoffen door de landbouw is dan ook de belangrijkste maatregel ten gunste van de tapuit. Verder dient het beheer van belangrijke broedgebieden gericht te zijn op het tegengaan van verruiging en verstruweling, bijvoorbeeld middels plaggen en extensieve begrazing met schapen. Verstoring van de nesten door recreanten - en hun honden - moet voorkomen worden. Plaatselijk kan kap van produktiebos op arme zandgrond de eertijds aanwezige leefomgeving voor de soort herstellen.

Aantal broedparen in Nederland: 1.900-2.500 broedparen (1987)

Verspreiding in Nederland (1979):


Atlas van de Nederlandse Broedvogels,
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland

Procentuele ontwikkeling van de Tapuit in Nederland:


Sovon & CBS, 1998