IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur |
|||||||||||||||||||||
Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi |
|||||||||||||||||||||
Knobbelzwaan (Cygnus Olor) | |||||||||||||||||||||
Dit is het geluid van vliegende zwanen dat
afkomstig is van de wind door de vleugelpennen. Behalve dat kunnen ze ook
nog geknor en gebrom geluiden voortbrengen.
Grootte: De Knobbelzwaan is een van de
zwaarste Vogels. Nog groter en de Knobbelzwaan zou niet meer kunnen
vliegen. Nu al heeft hij een lange startbaan op het water nodig om op te kunnen
vliegen Biotoop: Knobbelzwanen komen voor in moerassen en open water nabij weilanden Trekken of blijven:
De Knobbelzwanen zijn niet alleen verwilderd,
ze hebben in de loop der jaren zelfs een bescheiden trekritme ontwikkeld. In
het voorjaar en de zomer komt u ze in de parken en op het platteland tegen.
Het wijfje tronend op een enorm groot nest en in de buurt het mannetje als
wachter. In de nazomer verlaten ze hun broedgebieden en er duizenden te
vinden op de randmeren en andere grote wateren. Bedreigd of niet?
Nagenoeg alle Knobelzwanen in Nederland zijn afkomstig van verwilderde
exemplaren. In de jaren zestig van de 20ste eeuw waren ze nog heel zeldzaam
in Nederland. De knobbelzwaan kwam oorspronkelijk in het noorden van
centraal Europa, het zuiden van Scandinavië en het gebied rond de Zwarte Zee
voor. Verder naar het oosten was hij tot in Noord-China te vinden. Aantal broedparen in Nederland: 3.000-4.000 broedparen (1987) Verspreiding in Nederland (1979): Procentuele ontwikkeling van de Knobbelzwaan in Nederland:
|
|||||||||||||||||||||