IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur

 

Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi

Boerenzwaluw (Hirundo Rustica)

 

Boerenzwaluw (Hirundo Rustica)


 

Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Herkenning: De lange staartveren en de rode keel maken de Boerenzwaluw onmiskenbaar. Hoewel er nog enkele andere zwaluwsoorten in West-Europa voorkomen, zullen de meeste mensen bij het noemen van deze vogels toch onmiddelijk het beeld van de Boerenzwaluw voor de geest krijgen. Waarschijnlijk is dat mede de verdienste van een Zweedse luciferfabrikant. Maar de vogels zelf hebben daar ook aan bijgedragen, want de Boerenzwaluw komt toch vrijwel overal voor.

De Boerenzwaluw weegt ca 22 gram, maar ondanks de beperkte lichaamsmassa kunnen ze bij het vliegen snelheden van 32,4 km/u halen. Het zijn uitstekende vliegers die uitzonderlijk weinig energie nodig hebben voor hun vlucht. Ter vergelijking: Roodborsten hebben voor het vliegen bijna vijfmaal zoveel energie nodig.

Biotoop: polders nabij boererijen; soms ook onder bruggen

Komt in Nederland voor als: Zomergast. In de winter verblijven Boerenzwaluwen voornamelijk in Afrika, maar een zeer klein aantal blijft achter in het zuidelijk deel van Europa. Tegenwoordig is er over het trekgedrag van deze vogels vrij veel bekend, maar vroeger hadden de mensen geen flauw idee waar de trekvogels in de winter verbleven. Van Zwaluwen werd wel beweerd dat deze 's winters in de modder wegkropen, zoals ook kikkers dat doen, en dan pas in het voorjaar weer tevoorschijn kwamen. Dankzij de terugmeldingen uit het ringonderzoek is tegenwoordig vrij goed bekend waar deze vogels heengaan en zelfs zijn de trekroutes redelijk goed in kaart gebracht.

Boerenzwaluwen die in verschillende Europese landen broeden, blijken in tegenstelling tot sommige andere soorten, zoals de Gele Kwikstaart, ook in hun winterverblijven in afzonderlijke streken te bivakkeren.

De exemplaren pendelen jaarlijks tussen vaste plekken in het overwinteringgebied en het broedgebied. In de regel komen zij zelfs meer jaren achtereen terug naar dezelfde nestplaatsen. De overtocht wordt overdag afgelegd. Zij vliegen in losse groepen en zoeken tegen de schemering gezamenlijke slaapplaatsen op.

Bedreigd of niet? De aantallen broedparen kunnen van jaar tot jaar grote verschillen vertonen, maar vanaf de jaren zeventig is er toch over de hele linie een flinke achteruitgang vastgesteld.

Vanaf 2004 staat de boerenzwaluw met stip op de Rode Lijst. De oorzaken van zijn dreigende ondergang zijn duidelijk. Melkveehouderijen verdwijnen en de melkstallen waarin hij nestelde worden gesloten. In hun overwinteringgebieden zit het hen ook al niet mee. De rietmoerassen waar hij leefde van de muggen, worden drooggelegd voor landbouwgrond.

Aantal broedparen in Nederland: 150.000 broedparen (1987)

Verspreiding in Nederland (1979):


Atlas van de Nederlandse Broedvogels,
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland

 

Procentuele ontwikkeling van de Boerenzwaluw in Nederland:


Sovon & CBS, 1998

Verspreiding in Nederland 1998-2000:

 


Sovon & CBS, 1998

Trend in Nederland broedvogels:

http://www.sovon.nl/soorten.asp?euring=9920&lang=nl

 

Zie ook http://waarneming.nl/soort.php?id=65&wno_datum_van=&wno_datum_tm=&tab=kaart

Verspreiding in Europa:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

 

Geschatte populatie in de wereld:  190.000.000 individuals (IUCN - Rich et al. 2003).

 

http://www.vogelbescherming.nl/content.aspx?cid=647

 

Wereldverspreiding broedgebied Boerenzwaluw. Uit Atlas van de Europese Vogels, Prof. Dr. K.H. Voous, 1960

 

 

The Wingscapes BirdCam took this video of a Barn Swallow Mother feeding her fledglings in a nest which was mounted under a dock.
See www.wingscapes.com  for more information about this motion-activated, weatherproof, digital bird camera

Added: May 24, 2007

 

 

 

(Lucienne van Ek, Grasduinen augustus 1989)   

Honger!

Jonge boerenzwaluwen hebben altijd honger als een  paard. Of ergernog: als een jonge boerenzwaluw.  Zelfs als ze hun donsjasje hebben verruild voor een strak verenpak, en al groter en dikker zijn dan hun ouders, hebben die er nog een dagtaak aan om voedsel aan te slepen voor dejongen

Ooit had ik een boerenzwaluwnest met inhoud op mijn balkon. Nou ja, het was het balkon van een vakantiebungalow op het Griekse eiland Corfu. We betrokken dit gastenverblijf toen de eerste, nog natte eierschaal over de rand van het nest werd gekieperd, en toen we na drieënhalve week weer onze koffers pakten, vingen de uitgevlogen jongen hun eerste eigen vliegjes. Televisie hebben we daar op Corfu niet gemist. Elke avond zaten we, met een bekertje ouzo in de hand, te gluren naar een film boordevol actie, die zich afspeelde in dat ene hoekje van de witgepleisterde muur. De film ging over etende boerenzwaluwen.

Allemachtig, wat kunnen kleine boerenzwaluwtjes bunkeren! Stalvliegen, gaasvliegen, zweefvliegen, strontvliegen, muggen, glazenwassers, nachtuiltjes, wespen, bijen, spinnen, krekels, sprinkhanen, rupsen, snuitkevers, boktorren, wantsen, cicaden, vlinders, mieren: alles lusten ze, en in grote hoeveelheden. "De ouders hebben het er maar druk mee," las ik later in een vogelboek. Maar dat is nog veel te zwak uitgedrukt. Druk? De ouders zijn vliegende boodschappenwagentjes voor dat altijd hongerige grut!

Drie weken lang draait het leven van zo'n echtpaar boerenzwa­luw om eten aanslepen, en niets anders. Met hart en ziel stort het stel zich op deze taak. Hun hele vogelwezen is vervuld van maar een gedachte: volproppen die snavels!

Negen van de tien keer vangen de ouders de proviand voor hun baby's in de lucht, vliegend. Maar soms ook strompelen ze met hun zwakke pootjes over de grond, op zoek naar mieren. Of ze landen op distels en boomtakjes om daar de levende have vanaf te pikken. Of ze strijken neer bij een spinneweb en nemen de vastzittende insecten - en de bewoonster van het web! -in beslag. Of ze duiken pardoes in het water om een schaatsenrijder of ander water beest, soms zelfs een visje, te grijpen. En zelfs is wel eens gezien, hoe een boerenzwa­luw in voile vlucht een vlinder uit de snavel van een vliegende spreeuw weggriste.

De prooien die boerenzwaluwen voor hun jongen meebrengen, zijn meestal een stuk groter dan de hapjes die de oudervogels voor zichzelf vangen. Maar de resultaten mogen er dan ook zijn: binnen een paar weken neemt het gewicht van de jongen met ruim 21 gram toe. Als ze uit het ei kruipen, zijn de kuikens blind en blootroze en wegen ze slechts 1,6 gram. 15 tot 23 dagen later wegen ze 23 gram, zitten ze strak in het pak en zijn ze groter en dikker dan hun ouders, die gemiddeld maar 18 tot 20 gram zwaar zijn. De laatste dagen voor het uitvliegen groeit de laatste grote slagpen dagelijks een halve cen­timeter.

Na een dag of twintig verlaten de jongen het nestkommetje en gaan ergens in de buurt op een paaltje, een hekje of prikkeldraad zitten. Nog steeds piepend om voedsel. Vijf dagen later gooien dt ouders het bijltje erbij neer en moeten de volgevreten dikzakjes zelf maar eens op jacht. Vooral vadervogels kunnen dan zo hun buik vol (of juist leeg) hebben van het opvoeden, dat ze hun opgeschoten kroost bijna met geweld uit het ouderlijk territorium jagen. Om vervolgens - ach, wat kan een zwaluwleven toch slopend zijn - een tweede nest jongen groot te brengen. Maar ditmaal krijgen de ouders soms onverwacht hulp bij het voedsel aandragen.. .en wel van de jongen uit het eerste nest! Hebben ze toch nog eer van hun werk...