IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur |
|||||||||||||||||||||
Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi |
|||||||||||||||||||||
Huismus (Passer Domesticus)
|
|||||||||||||||||||||
Geluid:
Procentuele ontwikkeling van de Huismus in Nederland:
Verspreiding broedgevallen in Nederland:
Trend Huismus broedvogels in Nederland:
http://www.sovon.nl/soorten.asp?euring=15910&lang=nl
Zie ook
http://waarneming.nl/soort.php?id=122&wno_datum_van=&wno_datum_tm=&tab=kaart
Verspreiding in Europa:
© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl
http://www.vogelbescherming.nl/content.aspx?cid=2360
Wereldverspreiding broedgebied Huismus. Uit Atlas van de Europese Vogels, Prof.
Dr. K.H. Voous, 1960
YouTube:
|
|||||||||||||||||||||
Mussenhandelaar toch nog gestraft Uit Vogels, 1998-6 Er is definitief recht gesproken in de zaak van de 1.236.000 diepgevroren Chinese Ringmussen. Bijna twee jaar geleden werden de vogeltjes ontdekt in een container in de haven van Antwerpen. De mussen waren bestemd voor de consumptie en zouden naar Italië worden doorgevoerd. De Nederlandse wildhandelaar die de vogels exporteerde werd vorig jaar juni vrijgesproken omdat de mussen in China en Italië niet beschermd zijn. De Vogelbescherming Vlaanderen en de officier van justitie tekenden echter beroep aan. In hoger beroep kreeg de verdachte een boete van 20.000 Belgische frank (1.100 gulden) voor het illegaal in België importeren van de Ringmussen. Import is in strijd met de Vlaamse en Europese wetgeving. De diepgevroren vogels, met een waarde van 180.000 gulden, werden verbeurd verklaard en zullen worden vernietigd. |
|||||||||||||||||||||
De Huismus lijkt niet thuis Uit Vogels, 1998-4, Minouk van der Plas-Haarsma Hij heet het meest gewone vogeltje van Nederland: de mus. Maar hoe vaak zien we hem nog! Tellingen lijken te bevestigen wat elke stads- bewoner vaag al vermoedde: de mus laat zich minder zien. Wat is er aan de hand als een brutaal cultuurvolgertje het laat afweten! De weinige verklaringen zijn niet echt bevredigend. De gewoonheid en vanzelfsprekende aanwezigheid van mussen is ons misschien parten gaan spelen. Ze waren te weinig bij- zonder om ons druk over ze te maken. Terwijl ze er toch bijna om vragen om in termen van mensengedrag beschreven te worden. Wie moet er niet glimlachen bij het zien van mannetjes die met opzichtige witte veertjes sjouwen om aandacht te trekken; net vrijers met een iets te grote bos rozen. Of die andere mannetjes; die voor hun jongen zorgen terwijl het vrouwtje op de eieren van het tweede legsel zit te broeden. Wat een brave huisvaders.Het zou toch de wereld op zijn kop zijn als we - zonder ons daar druk om te maken - die gezellige mus uit onze parken, tuintjes en straten zien verdwijnen, terwijl de merels in de bloembakken op het balkon rondscharrelen? Niets kwaads over de merel, maar die is toch eigenlijk een schuwe bosvogel, terwijl de mus, zolang we weten, een 'brutale' medebewoner van onze eigen leefomgeving is. Het ligt inmiddels een tijd terug in de geschiedenis: de eerste generatie milieu-activisten en hun voorspellingen over de neergang van de natuur in Nederland als er geen drastische rem op het gebruik van pesticiden zou worden gezet. Van die natuur zou heel weinig overblijven; slechts enkele 'onverwoestbare' planten- en diersoorten zouden de ramp overleven. Een vaak genoemde kandidaat-overlever was de huismus: de slimme flexibele streetwise stadsbewoner die altijd wel kans zag zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Verbazing en ongeloof dus, toen in 1997 het SOVON bekend maakte dat ook de huismus in aantal afnam. Zeldzaam was de soort nog niet geworden, maar er was kennelijk wel iets verontrustends aan de hand. De 'harde bewijzen' voor teruggang van de soort waren wat mager, maar toen er eenmaal aan de bel was getrokken had bijna iedereen een 'aha-belevenis'; het had er alle schijn van dat de ordinaire mus zich veel minder vaak liet zien dan vroeger. Dat zet aan het denken, vooral omdat we aan het eind van de jaren negentig tot de conclusie komen dat het iets anders ligt met de kansen voor vogels dan we in de jaren zestig voorzagen. De afname van het bestrijdingsmiddelengebruik heeft gelukkig een aantal soorten - in het bijzonder de roofvogels - uit de gevarenzone gehaald. De huidige bedreiging komt eerder van biotoopvernietiging. Nu zou je kunnen denken dat de biotoop van de huismus helemaal niet achteruit gaat. Integendeel; het bebouwd oppervlak in Nederland neemt nog steeds toe. Ideaal voor de huismus zou je denken. Recente tellingen wijzen op het tegenovergestelde.
Mussen tellen valt niet mee
De vogelwerkgroep Gooi en Vechtstreek probeert met een vergelijkbare methode om inzicht te krijgen in de aantallen mussen. Gedurende twee telperiodes van veertien dagen wordt op vaste plaatsen en tijden voer gestrooid. Mussen hebben snel door waar voedsel te vinden is en de groep die op die plaats geteld wordt geeft een goed beeld van het aantal mussen in de naaste omgeving. De telperiodes liggen aan het begin van het broedseizoen tussen 1 maart en 1 april, en na het broedseizoen tussen 15 september en 31 oktober. Het voert te ver om alle resultaten van deze tellingen te bespreken maar het merendeel van de tellers gaf aan dat het aantal mussen in hun omgeving afnam.
Er moet meer aan de hand zijn Behalve hun gedrag onderling zijn er in de familie van de mussen ook nog andere zaken die niet opgehelderd zijn. Hoe komt het dat alleen in Italië en Noord-Afrika een kruising van de huismus en Spaanse mus leeft: de Italiaanse mus? Waarom is de Spaanse mus zoveel zeldzamer? In Portugal, vlakbij de Spaanse grens trouwens, ontdekten we eens een echte kolonie van Spaanse mussen. Twee populieren in een bocht van een riviertje waren helemaal volgebouwd met de losse, bolvormige en slordige strootjesnesten die je soms ook van huismussen ziet. Het was het moment dat de balts voor het tweede legsel bezig was. Mannetjes riepen bij het nest of waren druk bezig met het voeren van de jongen uit het eerste nest die net vliegvlug waren. Sommige waren kennelijk zonder pardon uit het nest gewerkt terwijl ze daar nog niet helemaal aan toe waren en die jongen hipten hulpeloos rond op de grond. Boven de kolonie zweefden dan ook een zwarte wouw en een dwergarend om hun slag te slaan. Onder de boom lagen ook restanten van kennelijk slecht geconstrueerde nesten. AI met al was het nogal een zootje, heel anders dan de prachtige stevige weverburchten in Afrika. Zo dichtbij als mussen zijn - of altijd zijn geweest - zo weinig weten we eigenlijk van hun leven. Ze broeden in losse kolonies, maar waar wordt dat gedrag door bepaald? Hangt de grootte van de kolonie af van beschikbare nestplaatsen of beschikbaar voedsel?
Een ander raadsel is de sociale balts. Aan het begin van het broedseizoen zie je luidruchtige groepen langs stuiven; een aantal mannetjes achtervolgt een vrouwtje waarbij ze met opgestoken staart en afhangende vleugels in halve cirkels om haar heen hippen en naar haar staart pikken. Het roept bij waarnemers de associatie op aan groepsverkrachting, maar bij nadere beschouwing is dat niet zo. Het is meer een gezelschapsspel. Wie een poosje naar bezige mussen kijkt ziet dat zo'n groepsbalts maar af en toe ontstaat.
|