IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur


Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi

Visdief (Sterna Hirundo)

Visdief (Sterna Hirundo)

Klik op ons
Visdief (Sterna Hirundo) Visdief (Sterna Hirundo) Visdief (Sterna Hirundo) Visdief (Sterna Hirundo)


 

Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Grootte: -

Biotoop: zand- en schelpbanken met schaarse, soms halfhoge begroeiing, maar ook in moerassige streken of op bouwterreinen.

Visdieven zijn koloniegewijs broedende vogels van kustgebieden en visrijke wateren in het binnenland. Bij voorkeur wordt gebroed op eilandjes en andere voor grondpredatoren moeilijk bereikbare plaatsen met een vrijwel kale tot grazige bodem. Het voedsel bestaat bij voorkeur uit kleine rondvis, die meestal duikend bemachtigd wordt. Bij gebrek aan rondvis wordt overgeschakeld op kleine platvis, garnalen, kikkervisjes en dergelijke.

Territorium: -

Trekken of blijven: Onze visdieven overwinteren langs de Westafrikaanse kust, van Mauretanië tot Nigeria.

Bedreigd of niet? De soort staat op de Rode Lijst vanwege de duidelijke afname van het aantal broedparen bij een beperkte verspreiding.

Rond 1900 broedden meer dan 30.000 paar visdieven in ons land, waarvan veruit de meeste langs de kust. Net als bij de grote stern leidde afschot voor de dameshoeden-modegril en het rapen van eieren tot een forse afname. Het aan de kaak stellen van deze praktijken door Vogelbescherming Nederland leidde in 1908 tot de bescherming van de visdief. De aantallen namen weer flink toe, met een top van 45.000 paren in 1939. Afgezien van een terugval in de oorlog bleef de soort talrijk, totdat lozingen van gechloreerde koolwaterstoffen roet in het eten gooiden. Ook het verdwijnen van een uiterst belangrijk broedgebied als De Beer (tot 20.000 paren rond 1940!) speelde een rol. In 1965 waren er slechts 5000 paren over, waarna een voorzichtig herstel inzette. Dat gold niet voor het binnenland, waar de soort nog slechts sporadisch tot broeden komt. Momenteel broeden jaarlijks 15.000 tot 17.000 paar visdieven in ons land, nog altijd veel minder dan voor de milieuramp van de jaren zestig.

Het is niet duidelijk waarom het herstel van de visdief op een laag pitje blijft steken. Een aantal zaken speelt hierbij een rol. Ten eerste de voedselsituatie, die langs de kust door overbevissing en de uitvoering van de Deltawerken sterk veranderd is. Zo is het opvallend dat het broedsucces van visdieven in de Nederlandse Waddenzee minder is dan dat in de Duitse Waddenzee. In de binnenwateren speelt vertroebeling door toegenomen voedselrijkdom (eutrofiëring) waarschijnlijk een negatieve rol voor een oogjager als de visdief. De afname aan geschikte broedplaatsen kan plaatselijk een rol spelen. Het aanbrengen van nestvlotjes en broedeilandjes kan hier een oplossing zijn. Overigens schuwen visdieven de menselijke omgeving niet, zoals blijkt uit het broeden op verkeerspleinen, opgespoten terreinen en - incidenteel - platte grinddaken. Juist bij dit soort broedplaatsen is samenwerking tussen terreineigenaars en vogelbeschermers van groot belang; een goed voorbeeld hiervan zijn de tussen Vogelbescherming Nederland en Rijkswaterstaat gemaakte afspraken over het beheer van een kolonie op een verkeersplein nabij Amsterdam. Tot slot is nader onderzoek naar zaken als verontreiniging met giftige stoffen, de invloed daarvan op de visstand en de mate van verstoring op de broedplaatsen onontbeerlijk om een goede bescherming mogelijk te maken.

Aantal broedparen in Nederland: 18.300 broedparen (1998)

Verspreiding in Nederland (1979):


Atlas van de Nederlandse Broedvogels,
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland