IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur |
|||||||||||||||||||||
Vogels | Vleermuizen | Excursies |Natuurgebieden | IVN Vecht & Plassengebied |Paddestoelen |
|||||||||||||||||||||
Buidelmees (Remiz pendulinus) | |||||||||||||||||||||
Geluid:
Grootte: Kleiner dan een mus. Buidelmezen
zijn prachtige vogels om bezig te zien. Een waar kunstwerk-achtig buidelvormig
nest van pluisachtige plantendelen (lisdodde-sigaren, wilgenpluis of brandnetel)
wordt hangend aan een tak (meestal wilg, ook els of wilg) gemaakt. De paarband
is niet bijzonder hecht; vrouwtjes besluiten soms om er met de 'buurman' vandoor
te gaan en laten het mannetje met nest en eieren achter om uit te broeden.
Mannetjes op hun beurt proberen het echter ook aan te leggen met meerdere
vrouwtjes.
Biotoop: Buidelmezen kiezen
vooral voor plekken op de overgang van ooibos naar rietland, maar ook in wilgen-
of berkenstruweel bij (recreatie)plassen of zandopspuitingen.
Komt in Nederland voor als: Zeer schaarse
broedvogel en doortrekker in klein aantal. Sinds de jaren 1970 broedt de
buidelmees jaarlijks in Nederland. Voor die tijd was het een onregelmatige en
zeer zeldzame verschijning. Het aantal broedende buidelmezen verschilt van jaar
tot jaar - een kenmerkende eigenschap van broedgebieden aan de uiterste rand van
het verspreidingsgebied. Tussen 1998 en 2000 broedden ongeveer 140 tot 210
paartjes buidelmezen. Dit aantal neemt echter alweer licht af.
Als broedvogel in Nederland:
Verspreiding in Europa:
© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl
http://www.vogelbescherming.nl/content.aspx?cid=2000&view=common
Nestvondst Buidelmees in Groningen
(uit het Vogeljaar 1983/2) Op 21 juni 1983 werd een alarmerende
Buidelmees (Remiz pendulinus) waargenomen op een terrein, gelegen circa 10
km ten oosten van de stad Groningen, dat circa 20 jaar geleden is
opgespoten met baggerspecie. Het terrein is ruim 7 ha groot. Momenteel is
het terrein grotendeels begroeid met riet en ruige kruidenvegetatie en
plaatselijk opslag van bomen en struiken. De alarmerende Buidelmees werd gehoord
in een groepje hoog opschietende wilgen (Salix a/ba). In 66n van deze wilgen
werd op een hoogte van 2.50 meter een vrijwel volledig afgebouwd nest van de
Buidelmees ontdekt. Op 22 juni is het terrein nogmaals bezocht. De
Buidelmees was nog steeds in de omgeving van het nest aanwezig. Gedurende
een half uur werd het nest vanaf enige afstand geobserveerd. E6n keer werd
waargenomen dat de vogel het nest bezocht en gedurende enkele seconden in
het nest verbleef. Een week later werd de nestplaats nogmaals bezocht. De
Buidelmees werd echter niet waargenomen. Nadien is de nestplaats nog twee
keer bezocht (15 juli en 2 augustus), zonder dat activiteiten van
Buidelmezen nabij het nest werden vastgelegd. Elders op het terrein werden
geen nesten van Buidelmees gevonden. Daarom moet worden aangenomen dat op
het speciedepot geen Buidelmezen tot broeden zijn gekomen. Vermoedelijk betrof de
waargenomen vogel een mannetje. Bij Buidelmezen bouwen de mannetjes de
nesten, in afwachting van de komst van het wijfje. Wellicht is in dit geval
geen wijfje komen opdagen. Op 16 september is het nest verzameld. Bij nadere
inspectie van het nest bleek dat niet in het nest is gebroed. Het nest was
nog geheel intact en is geschonken aan het Natuurmuseum te Groningen. Voorzover bekend is het de tweede keer
dat in de provincie Groningen nestbouw van de Buidelmees is geconstateerd.
In 1981 werd voor de eerste maal een nest ontdekt op een ander vrijwel gelijksoortig terrein (Cnossen
& Van der Velde 1983). De terreinen liggen op een afstand van 8 km van
elkaar. In 1981 waren echter nabij het nest steeds twee Buidelmezen
aanwezig, zodat toen werd verondersteld dat het ging om een paartje
Buidelmezen. Het nest werd echter door onbekende oorzaak vroegtijdig
vernield, zodat ook toen werd aangenomen dat het niet tot een broedgeval is
gekomen. Wel is later in de winter van 1981/ 1982 op het zelfde terrein een
tweede, half vergaan nest van de Buidelmees gevonden op circa 300 meter
vanaf het vernielde nest. De mogelijkheid dat de vogels destijds toch op dat
terrein hebben gebroed is derhalve niet geheel uitgesloten. M. Van der Velde, Zie ook Ganzevles, W. (1984):
Buidelmezen. Natuurhistorisch Maandblad 73 (2) : 46-47. LITTERATUUR: Cnossen, P.D. & M. van der Velde
(1982): Broedpogingen Buidelmees (Remiz pendulinus) in Groningen? Hat
Vogeljaar 30 (1) : 28-30
|
|||||||||||||||||||||