IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur

Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi

Baardmannetje (Panurus Biarmicus)

Burdmantsje - Bearded Tit - Panure à moustaches - Bartmeise

Baardmannetje (Panurus Biarmicus)


 

Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Het geluid van de Baardman bestaat uit zachte, metaalachtige contactroepjes.

Herkenning: L 16,5 cm. Lijkt zo groot als een mus. Het Baardmannetje is echter wat groter vanwege een langere staart. Het Baardmannetje heeft de allure van een mees. Maar Baardmannetjes behoren niet tot de mezen (Paridae), ze zijn eerder verwant aan de spotlijsterimitaties (Timaliidae). Toch noemt men de vogel ook vaak Baardmees en soms ook wel Rietpapegaai. Het mannetje is te herkennen aan de zwarte baardstreep, waar ze dan ook hun naam aan hebben te danken.

Biotoop: Uitgestrekte rietmoerassen.

Voedsel: In de winter schakelt het Baardmannetje over van insecten op zaden van riet.

Komt in Nederland voor als: Standvogel.

Bedreigd of niet? De aanzienlijke sterfte in strenge winters en late vorstperiodes wordt goedgemaakt door de forse reproduktie: Eén paartje kan in een goed jaar 10 tot 20 jongen grootbrengen.

Het baardmannetje staat op de Rode Lijst omdat meer dan een kwart van de Noordwesteuropese populatie in ons land broedt en vanwege de kwetsbaarheid van het leefgebied

Gezien de rijkdom aan rietlanden zal het baardmannetje in vroeger jaren beslist een gewone broedvogel zijn geweest in de lage delen van ons land. Drooglegging van vele moerassen leidde weliswaar tot een afname, maar in de jaren dertig was het nog een talrijke broedvogel in rietlanden van Noord- en Midden-Nederland. Spectaculair waren de aantallen in de droogvallende Flevopolders. Zo werd het aantal broedparen in Zuidelijk Flevoland in 1975 geschat op 7000 paar! Vanuit de Flevo werden grote delen van West-Europa (her)bevolkt, maar het verdwijnen van veel rietland bij de verdere inrichting deed de soort weer flink afnemen, zowel in Flevoland als, door gebrek aan aanvoer, daarbuiten.

Van de Nederlandse Baardmannetjes is ruim 85 % te vinden in drie kerngebieden:

1) Flevoland, met name de Oostvaardersplassen (65 %),
2) de buitendijkse moerasgebieden langs het IJsselmeer en de randmeren (12 %),
3) het Lauwersmeer (9 %).

Buiten deze kerngebieden komt het Baardmannetje verspreid over het lage deel van Nederland voor. De landelijke broedpopulatie in 1997 is veel kleiner dan in 1973-77, maar groter dan in 1979-83. De analyses hebben onder meer de volgende resultaten en beheersaanbevelingen opgeleverd: de hoogste dichtheid aan Baardmannetjes wordt bereikt in overjarig riet op minerale bodem afgewisseld met stukken eenjarig riet en open water. Het Baardmannetje zal daarom met name profiteren van moerasontwikkeling op minerale bodem, waarbij afwisseling in vegetatietypen belangrijker is dan grootschaligheid. Plaatselijk kan een vermindering van de intensiteit van maaien leiden tot een forse groei van de broedpopulatie. Maaien van riet is geen probleem, mits dit gefaseerd plaatsvindt. Te allen tijde - dus niet alleen in het broedseizoen - dient een behoorlijke oppervlakte aan overjarig riet aanwezig te zijn, 's zomers om in te broeden en 's winters als voedselbron. Het lot van het baardmannetje is, zeker na een sneeuwrijke winter, nog steeds sterk verbonden met dat van de Oostvaardersplassen. Het behoud en een goed beheer van dit prachtige natuurgebied is dan ook essentieel voor de toekomst van de soort in ons land. In de veenplassen, het rivierengebied en de oostelijke Delta kan de uitbreiding van de hoeveelheid rietmoeras nieuwe kansen bieden.
Herstel van een natuurlijke waterdynamiek in de Nederlandse moerassen lijkt uitermate belangrijk voor het Baardmannetje en een aantal andere moerasvogels.

Aantal broedparen in Nederland 1.900-2.000 (1998)

Verspreiding in Nederland (1979):


Atlas van de Nederlandse Broedvogels,
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland

Verspreiding in Nederland 1998-2000:

 

Trend in Nederland:

http://www.sovon.nl/soorten.asp?euring=13640&lang=nl

 

Zie ook http://waarneming.nl/soort.php?id=59&wno_datum_van=&wno_datum_tm=&tab=kaart

Verspreiding in Europa:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

 

Geschatte populatie in Europa:  490.000–960.000 individuen (2002).

http://www.vogelbescherming.nl/content.aspx?cid=214

Wereldverspreiding broedgebied Baardman. Uit Atlas van de Europese Vogels, Prof. Dr. K.H. Voous, 1960

 

 

From: topconnn

Skægmejser, vejlerne 2007

Added: July 24, 2007

 

 





Een tijdelijke vegetariër

Uit Vogels 1994-1, Jos Kluiters

Baardmannetje-mannetjes; mooi zijn ze. Zie die kleuren eens wanneer een zacht januarizonnetje het berijpte riet oplicht. Dat terracotta-bruin van het lijfje, dat warm-blauwgrijze kopje, het snavelrood, de zwarte halsstreep onder het oranje oog.
Groepjes Baardmannetjes, de mooie heertjes met hun veel soberder gekleurde dametjes, zwerven in de wintermaanden door de rietvelden. Ze hangen aan de pluimen, ze pikken naar de zaden, ze roepen naar elkaar, ting-ting, ze vliegen op, ze strijken neer. Staartjes met lijfjes ervoor, helicoptertjes uit een toverboek.
Baardmannetjes leven 's zomers van insecten, maar als de winter nadert worden ze vegetariër. Dat gaat gepaard met wonderbaarlijke veranderingen in het spijsverteringskanaal.
De maagwand wordt sterker gespierd, hard en stevig, als die van een zaadeter. Dank zij de omschakeling op het eten van de zaden hoeven de Baardmannetjes niet op trek naar het zuiden. Dat scheelt de nodige risico's.
Maar toch, het is altijd kiezen tussen twee kwaden. Hier blijven sluit de kans niet uit dat de meestal milde Hollandse winter het Russisch op zijn heupen krijgt. Bitterkoude oostenwinden jagen over het land, ijzel en sneeuw omhullen de rietpluimen, het zaad is zo goed als onbereikbaar. Dan krijgen de baardmannetjes er ongenadig van langs. In een maand tijds kan de Nederlandse populatie wel gehalveerd worden, of nog erger.
Zelfs daar hebben baardmannetjes een antwoord op. De magere overblijvers wacht een immense klus: meer jongen groot brengen in het nieuwe seizoen. Driemaal broeden, soms lukt zelfs een vierde maal. Eitjes en nog meer eitjes, open bekjes en nog meer open bekjes. Dan volop zomer, volop insecten. Elk paartje is in staat de gedunde gelederen met wel twintig nieuwe baardmanjongetjes en baardmanmeisjes te versterken.
Wat een ideale combinatie: niet alleen mooi, maar ook nog heel wat presteren.