IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur |
|||||||||||||||||||||
Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi |
|||||||||||||||||||||
Wespendief (Pernis apivorus) | |||||||||||||||||||||
Geluid:
Herkenning: L 51-56. De Wespendief is even groot als een Buizerd. En net als de Buizerd heeft de Wespendief een heel variabel verenkleed. Van kastanjebruin tot roomkleurig. Een duidelijk verschil is de langere en breed gestreepte staart. Ook is het korte, weinig op een stootvogel uitziende, snaveltje opvallend. Verder verschilt deze stootvogel in verscheidene opzichten sterk van de andere stootVogels.
Voedsel: Ze voeden hun jongen met zelf uitgegraven wespenlarven, ofschoon volwassen vogels zich ook met andere kleine dieren voeden.
Biotoop: Het is een echte bosvogel die is te vinden op zandige en lemige bodems van Zuid-, Midden- en Oost-Nederland.
Broedgebied: In heel Europa komen zi voor, tot aan de poolcircel.
Komt voor in Nederland als: Zomergast. Ze trekken vooral in augustus en de eerste helft van september via Gibraltar en Italië naar tropisch Afrika om daar te overwinteren. De eerstejaars jongen blijven daar het eerste jaar en komen pas daarna weer terug. Trekkende Wespendieven uit Zweden en Denemarken komen bij ons over op weg naar het zuiden. De voorjaarstrek vindt voornamelijk in mei plaats.
Bedreigd of niet? Aan de straat van Messina worden er nog elk jaar op de najaarstrek enorm veel door jagers geschoten. Vogelbeschermingsorganisaties trachten dit tegenwooordig zo veel mogelijk te voorkomen.
Aantal broedparen in Nederland: Het aantal broedparen in Nederland wordt op ongeveer 650 geschat.
Verspreiding in Nederland: De meeste broedgevallen worden gewoonlijk op de Veluwe en de nabijliggende Utrechtse Heuvelrug vastgesteld. Wespendieven worden nog altijd beschouwd als mysterieuze, geheimzinnige en zeldzame vogel. Omdat zij pas laat op de broedplaats terugkomen, hun nesten in het zomerse bos nauwelijks opvallen en door hun weinig opvallend geluid of zwijgzaamheid wordt hun voorkomen vaak onderschat.
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||