IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur
Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied
Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi
Klik op de foto voor een groter exemplaar
Geluid: (voorbeeld 1) (voorbeeld 2) voorbeeld 3) Grootte: -Biotoop: De raaf is een verspreide stand- en zwerfvogel van allerlei soorten leefgebieden, waaronder bossen, klifkusten en extensieve landbouwgebieden. Het nest wordt zowel hoog in bomen als op afgelegen rotsige plekken gebouwd. Raven zijn alleseters, die onder meer aas, diverse zaden en vruchten, insekten en gewervelden tot de grootte van een konijn nuttigen.Territorium: -Trekken of blijven: Stand- en zwerfvogelBedreigd of niet? De raaf staat op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen, de zeer beperkte verspreiding en de gebondenheid aan kwetsbaar biotoop. In vroeger eeuwen was de raaf in Nederland een gewone en verspreide broedvogel. Door de vooral op bijgeloof berustende, felle bestrijding nam de soort echter snel in aantal af, en rond 1900 was hij zeldzaam geworden. Alleen in de oostelijke provincies kwamen nog enkele paren voor, maar ook hier werd het schieten van volwassen vogels en het roven van de nestjongen de raaf uiteindelijk fataal. In 1944 vond in Zuid-Limburg het laatste broedgeval plaats.Omdat het verdwijnen van de raaf uit ons land vooral een kwestie was van menselijke vervolging, en niet zozeer van biotoopverlies, leek het de moeite waard om de soort te herintroduceren. Een project met die doelstelling werd in 1966 door het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer en het Wereld Natuur Fonds opgestart. Het door een zorgvuldige aanpak gekenmerkte project bleek, na een moeizame aanloopfase, succesvol; sinds 1976 broeden er weer wilde raven in Nederland! Na een terugval rond 1980 groeit de populatie van jaar tot jaar; in 1992 werden liefst 90 paren geteld, waarvan er zeker 50 ook gebroed hebben. Vrijwel alle Nederlandse raven leven op de Veluwe, maar een toenemend aantal waarnemingen op onder meer de Utrechtse en Sallandse Heuvelrug en Montferland wijzen op een mogelijke uitbreiding van het broedareaal. Om deze ontwikkeling goed te kunnen volgen is het van belang dat alle waarnemingen van raven aan SOVON worden doorgegeven. Een risico voor de raaf is het feit dat ze als aaseters gevoelig zijn voor het uitleggen van vergiftigde karkassen, een kwalijke en bij de wet verboden praktijk. Verder is het zinvol om jagerskringen voor te lichten over deze volledig beschermde, maar op de zwarte kraai gelijkende vogel. Vooral nu de soort zich ook buiten de Veluwe - waar hij door jagers getolereerd wordt - steeds vaker vertoont, lijkt dat van belang. Het doorschieten van een ravenest, zoals dat in mei 1995 bij Nijkerk gebeurde, geeft duidelijk aan, dat enige voorlichting niet overbodig is!Aantal broedparen in Nederland: 108 (1998)Verspreiding in Nederland (1979): Atlas van de Nederlandse Broedvogels,Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in NederlandRaaf herstelt zich uit Trouw, 13 juli 2000 De raven in Nederland herstellen zich langzaam van de klap die zij in 1997 opliepen door de varkenspest. Deze ziekte had tot gevolg dat wilde zwijnen op de Veluwe niet langer gevoerd mochten worden met slachtafval, waar de raven ook een graantje van meepikten. Doordat ook een konijnenziekte de kop opstak, droogde díe voedselbron eveneens op. Dat was volgens de raven onderzoeker W. Renssen ,,een heel ingrijpende zaak'' waardoor de ravenstand voor het eerst sinds de herintroductie in Nederland (in 1966) niet groeide. Ooit verdween de kraaiachtige, de grootste zangvogel van Europa, uit Nederland ten gevolge van strenge vervolging door jagers. Tot 1997 groeide het aantal broedparen gestaag en in het voorjaar van 1998 broedden volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland zeker 130 paartjes in ons land. Het bolwerk lag op de Veluwe, maar ook op de Utrechtse Heuvelrug kwamen zo'n 15 paartjes voor. De ravenstand lijkt nu weer op peil. De vogels - ze doen zich vooral tegoed aan aas - hebben zich volgens Renssen aan de omstandigheden aangepast. Een aantal paren heeft de Veluwe verlaten en zich min of meer definitief gevestigd in zuidelijk Flevoland (twee), de Achterhoek (twee) en de omgeving van Deventer (één).
(voorbeeld 2) voorbeeld 3) Grootte: -Biotoop: De raaf is een verspreide stand- en zwerfvogel van allerlei soorten leefgebieden, waaronder bossen, klifkusten en extensieve landbouwgebieden. Het nest wordt zowel hoog in bomen als op afgelegen rotsige plekken gebouwd. Raven zijn alleseters, die onder meer aas, diverse zaden en vruchten, insekten en gewervelden tot de grootte van een konijn nuttigen.Territorium: -Trekken of blijven: Stand- en zwerfvogelBedreigd of niet? De raaf staat op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen, de zeer beperkte verspreiding en de gebondenheid aan kwetsbaar biotoop. In vroeger eeuwen was de raaf in Nederland een gewone en verspreide broedvogel. Door de vooral op bijgeloof berustende, felle bestrijding nam de soort echter snel in aantal af, en rond 1900 was hij zeldzaam geworden. Alleen in de oostelijke provincies kwamen nog enkele paren voor, maar ook hier werd het schieten van volwassen vogels en het roven van de nestjongen de raaf uiteindelijk fataal. In 1944 vond in Zuid-Limburg het laatste broedgeval plaats.Omdat het verdwijnen van de raaf uit ons land vooral een kwestie was van menselijke vervolging, en niet zozeer van biotoopverlies, leek het de moeite waard om de soort te herintroduceren. Een project met die doelstelling werd in 1966 door het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer en het Wereld Natuur Fonds opgestart. Het door een zorgvuldige aanpak gekenmerkte project bleek, na een moeizame aanloopfase, succesvol; sinds 1976 broeden er weer wilde raven in Nederland! Na een terugval rond 1980 groeit de populatie van jaar tot jaar; in 1992 werden liefst 90 paren geteld, waarvan er zeker 50 ook gebroed hebben. Vrijwel alle Nederlandse raven leven op de Veluwe, maar een toenemend aantal waarnemingen op onder meer de Utrechtse en Sallandse Heuvelrug en Montferland wijzen op een mogelijke uitbreiding van het broedareaal. Om deze ontwikkeling goed te kunnen volgen is het van belang dat alle waarnemingen van raven aan SOVON worden doorgegeven. Een risico voor de raaf is het feit dat ze als aaseters gevoelig zijn voor het uitleggen van vergiftigde karkassen, een kwalijke en bij de wet verboden praktijk. Verder is het zinvol om jagerskringen voor te lichten over deze volledig beschermde, maar op de zwarte kraai gelijkende vogel. Vooral nu de soort zich ook buiten de Veluwe - waar hij door jagers getolereerd wordt - steeds vaker vertoont, lijkt dat van belang. Het doorschieten van een ravenest, zoals dat in mei 1995 bij Nijkerk gebeurde, geeft duidelijk aan, dat enige voorlichting niet overbodig is!Aantal broedparen in Nederland: 108 (1998)Verspreiding in Nederland (1979): Atlas van de Nederlandse Broedvogels,Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in NederlandRaaf herstelt zich uit Trouw, 13 juli 2000 De raven in Nederland herstellen zich langzaam van de klap die zij in 1997 opliepen door de varkenspest. Deze ziekte had tot gevolg dat wilde zwijnen op de Veluwe niet langer gevoerd mochten worden met slachtafval, waar de raven ook een graantje van meepikten. Doordat ook een konijnenziekte de kop opstak, droogde díe voedselbron eveneens op. Dat was volgens de raven onderzoeker W. Renssen ,,een heel ingrijpende zaak'' waardoor de ravenstand voor het eerst sinds de herintroductie in Nederland (in 1966) niet groeide. Ooit verdween de kraaiachtige, de grootste zangvogel van Europa, uit Nederland ten gevolge van strenge vervolging door jagers. Tot 1997 groeide het aantal broedparen gestaag en in het voorjaar van 1998 broedden volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland zeker 130 paartjes in ons land. Het bolwerk lag op de Veluwe, maar ook op de Utrechtse Heuvelrug kwamen zo'n 15 paartjes voor. De ravenstand lijkt nu weer op peil. De vogels - ze doen zich vooral tegoed aan aas - hebben zich volgens Renssen aan de omstandigheden aangepast. Een aantal paren heeft de Veluwe verlaten en zich min of meer definitief gevestigd in zuidelijk Flevoland (twee), de Achterhoek (twee) en de omgeving van Deventer (één).
voorbeeld 3) Grootte: -Biotoop: De raaf is een verspreide stand- en zwerfvogel van allerlei soorten leefgebieden, waaronder bossen, klifkusten en extensieve landbouwgebieden. Het nest wordt zowel hoog in bomen als op afgelegen rotsige plekken gebouwd. Raven zijn alleseters, die onder meer aas, diverse zaden en vruchten, insekten en gewervelden tot de grootte van een konijn nuttigen.Territorium: -Trekken of blijven: Stand- en zwerfvogelBedreigd of niet? De raaf staat op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen, de zeer beperkte verspreiding en de gebondenheid aan kwetsbaar biotoop. In vroeger eeuwen was de raaf in Nederland een gewone en verspreide broedvogel. Door de vooral op bijgeloof berustende, felle bestrijding nam de soort echter snel in aantal af, en rond 1900 was hij zeldzaam geworden. Alleen in de oostelijke provincies kwamen nog enkele paren voor, maar ook hier werd het schieten van volwassen vogels en het roven van de nestjongen de raaf uiteindelijk fataal. In 1944 vond in Zuid-Limburg het laatste broedgeval plaats.Omdat het verdwijnen van de raaf uit ons land vooral een kwestie was van menselijke vervolging, en niet zozeer van biotoopverlies, leek het de moeite waard om de soort te herintroduceren. Een project met die doelstelling werd in 1966 door het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer en het Wereld Natuur Fonds opgestart. Het door een zorgvuldige aanpak gekenmerkte project bleek, na een moeizame aanloopfase, succesvol; sinds 1976 broeden er weer wilde raven in Nederland! Na een terugval rond 1980 groeit de populatie van jaar tot jaar; in 1992 werden liefst 90 paren geteld, waarvan er zeker 50 ook gebroed hebben. Vrijwel alle Nederlandse raven leven op de Veluwe, maar een toenemend aantal waarnemingen op onder meer de Utrechtse en Sallandse Heuvelrug en Montferland wijzen op een mogelijke uitbreiding van het broedareaal. Om deze ontwikkeling goed te kunnen volgen is het van belang dat alle waarnemingen van raven aan SOVON worden doorgegeven. Een risico voor de raaf is het feit dat ze als aaseters gevoelig zijn voor het uitleggen van vergiftigde karkassen, een kwalijke en bij de wet verboden praktijk. Verder is het zinvol om jagerskringen voor te lichten over deze volledig beschermde, maar op de zwarte kraai gelijkende vogel. Vooral nu de soort zich ook buiten de Veluwe - waar hij door jagers getolereerd wordt - steeds vaker vertoont, lijkt dat van belang. Het doorschieten van een ravenest, zoals dat in mei 1995 bij Nijkerk gebeurde, geeft duidelijk aan, dat enige voorlichting niet overbodig is!Aantal broedparen in Nederland: 108 (1998)Verspreiding in Nederland (1979): Atlas van de Nederlandse Broedvogels,Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in NederlandRaaf herstelt zich uit Trouw, 13 juli 2000 De raven in Nederland herstellen zich langzaam van de klap die zij in 1997 opliepen door de varkenspest. Deze ziekte had tot gevolg dat wilde zwijnen op de Veluwe niet langer gevoerd mochten worden met slachtafval, waar de raven ook een graantje van meepikten. Doordat ook een konijnenziekte de kop opstak, droogde díe voedselbron eveneens op. Dat was volgens de raven onderzoeker W. Renssen ,,een heel ingrijpende zaak'' waardoor de ravenstand voor het eerst sinds de herintroductie in Nederland (in 1966) niet groeide. Ooit verdween de kraaiachtige, de grootste zangvogel van Europa, uit Nederland ten gevolge van strenge vervolging door jagers. Tot 1997 groeide het aantal broedparen gestaag en in het voorjaar van 1998 broedden volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland zeker 130 paartjes in ons land. Het bolwerk lag op de Veluwe, maar ook op de Utrechtse Heuvelrug kwamen zo'n 15 paartjes voor. De ravenstand lijkt nu weer op peil. De vogels - ze doen zich vooral tegoed aan aas - hebben zich volgens Renssen aan de omstandigheden aangepast. Een aantal paren heeft de Veluwe verlaten en zich min of meer definitief gevestigd in zuidelijk Flevoland (twee), de Achterhoek (twee) en de omgeving van Deventer (één).
Grootte: -Biotoop: De raaf is een verspreide stand- en zwerfvogel van allerlei soorten leefgebieden, waaronder bossen, klifkusten en extensieve landbouwgebieden. Het nest wordt zowel hoog in bomen als op afgelegen rotsige plekken gebouwd. Raven zijn alleseters, die onder meer aas, diverse zaden en vruchten, insekten en gewervelden tot de grootte van een konijn nuttigen.Territorium: -Trekken of blijven: Stand- en zwerfvogelBedreigd of niet? De raaf staat op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen, de zeer beperkte verspreiding en de gebondenheid aan kwetsbaar biotoop. In vroeger eeuwen was de raaf in Nederland een gewone en verspreide broedvogel. Door de vooral op bijgeloof berustende, felle bestrijding nam de soort echter snel in aantal af, en rond 1900 was hij zeldzaam geworden. Alleen in de oostelijke provincies kwamen nog enkele paren voor, maar ook hier werd het schieten van volwassen vogels en het roven van de nestjongen de raaf uiteindelijk fataal. In 1944 vond in Zuid-Limburg het laatste broedgeval plaats.Omdat het verdwijnen van de raaf uit ons land vooral een kwestie was van menselijke vervolging, en niet zozeer van biotoopverlies, leek het de moeite waard om de soort te herintroduceren. Een project met die doelstelling werd in 1966 door het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer en het Wereld Natuur Fonds opgestart. Het door een zorgvuldige aanpak gekenmerkte project bleek, na een moeizame aanloopfase, succesvol; sinds 1976 broeden er weer wilde raven in Nederland! Na een terugval rond 1980 groeit de populatie van jaar tot jaar; in 1992 werden liefst 90 paren geteld, waarvan er zeker 50 ook gebroed hebben. Vrijwel alle Nederlandse raven leven op de Veluwe, maar een toenemend aantal waarnemingen op onder meer de Utrechtse en Sallandse Heuvelrug en Montferland wijzen op een mogelijke uitbreiding van het broedareaal. Om deze ontwikkeling goed te kunnen volgen is het van belang dat alle waarnemingen van raven aan SOVON worden doorgegeven. Een risico voor de raaf is het feit dat ze als aaseters gevoelig zijn voor het uitleggen van vergiftigde karkassen, een kwalijke en bij de wet verboden praktijk. Verder is het zinvol om jagerskringen voor te lichten over deze volledig beschermde, maar op de zwarte kraai gelijkende vogel. Vooral nu de soort zich ook buiten de Veluwe - waar hij door jagers getolereerd wordt - steeds vaker vertoont, lijkt dat van belang. Het doorschieten van een ravenest, zoals dat in mei 1995 bij Nijkerk gebeurde, geeft duidelijk aan, dat enige voorlichting niet overbodig is!Aantal broedparen in Nederland: 108 (1998)Verspreiding in Nederland (1979):
Biotoop: De raaf is een verspreide stand- en zwerfvogel van allerlei soorten leefgebieden, waaronder bossen, klifkusten en extensieve landbouwgebieden. Het nest wordt zowel hoog in bomen als op afgelegen rotsige plekken gebouwd. Raven zijn alleseters, die onder meer aas, diverse zaden en vruchten, insekten en gewervelden tot de grootte van een konijn nuttigen.
Territorium: -
Trekken of blijven: Stand- en zwerfvogel
Bedreigd of niet? De raaf staat op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen, de zeer beperkte verspreiding en de gebondenheid aan kwetsbaar biotoop.
In vroeger eeuwen was de raaf in Nederland een gewone en verspreide broedvogel. Door de vooral op bijgeloof berustende, felle bestrijding nam de soort echter snel in aantal af, en rond 1900 was hij zeldzaam geworden. Alleen in de oostelijke provincies kwamen nog enkele paren voor, maar ook hier werd het schieten van volwassen vogels en het roven van de nestjongen de raaf uiteindelijk fataal. In 1944 vond in Zuid-Limburg het laatste broedgeval plaats.
Omdat het verdwijnen van de raaf uit ons land vooral een kwestie was van menselijke vervolging, en niet zozeer van biotoopverlies, leek het de moeite waard om de soort te herintroduceren. Een project met die doelstelling werd in 1966 door het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer en het Wereld Natuur Fonds opgestart. Het door een zorgvuldige aanpak gekenmerkte project bleek, na een moeizame aanloopfase, succesvol; sinds 1976 broeden er weer wilde raven in Nederland! Na een terugval rond 1980 groeit de populatie van jaar tot jaar; in 1992 werden liefst 90 paren geteld, waarvan er zeker 50 ook gebroed hebben. Vrijwel alle Nederlandse raven leven op de Veluwe, maar een toenemend aantal waarnemingen op onder meer de Utrechtse en Sallandse Heuvelrug en Montferland wijzen op een mogelijke uitbreiding van het broedareaal. Om deze ontwikkeling goed te kunnen volgen is het van belang dat alle waarnemingen van raven aan SOVON worden doorgegeven. Een risico voor de raaf is het feit dat ze als aaseters gevoelig zijn voor het uitleggen van vergiftigde karkassen, een kwalijke en bij de wet verboden praktijk. Verder is het zinvol om jagerskringen voor te lichten over deze volledig beschermde, maar op de zwarte kraai gelijkende vogel. Vooral nu de soort zich ook buiten de Veluwe - waar hij door jagers getolereerd wordt - steeds vaker vertoont, lijkt dat van belang. Het doorschieten van een ravenest, zoals dat in mei 1995 bij Nijkerk gebeurde, geeft duidelijk aan, dat enige voorlichting niet overbodig is!
Aantal broedparen in Nederland: 108 (1998)
Verspreiding in Nederland (1979):
Atlas van de Nederlandse Broedvogels,Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland
Raaf herstelt zich
uit Trouw, 13 juli 2000
De raven in Nederland herstellen zich langzaam van de klap die zij in 1997 opliepen door de varkenspest. Deze ziekte had tot gevolg dat wilde zwijnen op de Veluwe niet langer gevoerd mochten worden met slachtafval, waar de raven ook een graantje van meepikten. Doordat ook een konijnenziekte de kop opstak, droogde díe voedselbron eveneens op. Dat was volgens de raven onderzoeker W. Renssen ,,een heel ingrijpende zaak'' waardoor de ravenstand voor het eerst sinds de herintroductie in Nederland (in 1966) niet groeide. Ooit verdween de kraaiachtige, de grootste zangvogel van Europa, uit Nederland ten gevolge van strenge vervolging door jagers. Tot 1997 groeide het aantal broedparen gestaag en in het voorjaar van 1998 broedden volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland zeker 130 paartjes in ons land. Het bolwerk lag op de Veluwe, maar ook op de Utrechtse Heuvelrug kwamen zo'n 15 paartjes voor. De ravenstand lijkt nu weer op peil. De vogels - ze doen zich vooral tegoed aan aas - hebben zich volgens Renssen aan de omstandigheden aangepast. Een aantal paren heeft de Veluwe verlaten en zich min of meer definitief gevestigd in zuidelijk Flevoland (twee), de Achterhoek (twee) en de omgeving van Deventer (één).