IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur |
|||||||||||||||||||||
Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi |
|||||||||||||||||||||
Ortolaan (Emberiza hortulana)
|
|||||||||||||||||||||
Geluid:
|
|||||||||||||||||||||
De ortolaan broedt in het geheim (Jan Desmet, Grasduinen Oktober 1989) Ortolanen, levend ofgebraden, zijn bijna geheel verdwenen nit de Lage Landen. Het spoor terug loopt langs het oude boerenland en oude kookboeken, naar de Belgische Kempen. Sommige dagen zijn uitzonderingen. Om 06.23 uur zat ik monter en wel op de sneltrein. Om 08.35 uur, in het station van Hasselten 145 kilometer van mijn bed. wipte ik uit het treinstel. Daar nam ik plaats in een Duits automerk. De chauffeur heette mij welkom en ik legde voor de rest van de voormiddag mijn lot in zijn handen. Het voertuig had een geheime opdracht. Het bracht mij naar het broze territorium van een curiosum uit de Belgische dierenwereld. Stiptom 10.30 uur was de opdracht van mijn gids vervuld: tsie! tsie-iep! tsie-iep! tsie-iep! Het alarmkreetje kwam uit een rij bomen. Ik richtte mijn kijker, eerst vruchteloos, dan, na een halve minuut, kreeg ik tsie-iep in beeld. Het vogeltje, een gors, zat in ampel evenwicht op de top van een tak. In de bek een snor van insecten. Het bleef ons vermanen maar mijn gids wist wat kon en niet kon. Ik lette op het gelige ringetje rond het oog. de witte pennen in de staart. de citroengele kin en dito baardstreep. de olijfgroene kop en borst. Dat vogeltje was een mannetje ortolaan Emberiza hortulana, zeldzaam, mooi, als het plaatje in de vogelgids. Het was mijn eerste ontmoeting met een vrij levende ortolaan. Een hoofse buiging ware op zijn plaats geweest. In heel West-Europa zit de ortolaan in de nesten. Het aantal Belgische broedpaartjes was in de zomer van 1989 tot vier geslonken. Begin jaren vijftig waren er dat nog vele honderden. Mijn verre trip naar de ortolaan vertoonde gelijkenissen met de moeite die de vogelvangers van toen zich getroostten om ortolanen te pakken te krijgen. Die bezochten al vanaf juli de plaatsen waar ortolanen het kroost hadden grootgebracht. De vangers verplaatsten zich meestal te voet. Soms vertrokken ze na middernacht om tegen het ochtendgloren hun netten op scherp te zetten. Kleine slagnetjes waarmee niet in het minst de pas uitgevlogen jongen werden belaagd. Was de buit binnen, dan verplaatsten ze hun activiteiten 's anderendaags naar een nieuw ortolanengebiedje. Ortolanen leggen, althans in onze streken, grote regelmaat in hun leven en gebruiken. De eerste mannetjes arriveren gemiddeld rond 21 april. Korte tijd later volgen de wijfjes. Meteen bezetten de mannetjes hun traditionele zangposten. Ortolanen zijn zeer aan hun vertrouwde broedplaats gehecht. Deze karaktertrek is het mooist door de Duitse ortolanenspecialist Klaus Contads bewezen. Door 23 ortolaanmannetjes van kleurringen te voorzien, kon bij 13 mannetjes 157 procent) worden uitgemaakt dat de afstand tussen de territoria van het ene jaar op het andere minder dan honderd meter bedroeg! Bij de overige vogels lagen de waarden tussen 200 en 1.400 meter. Een conservatief trekje dat zich wel tegen de ortolaan keert, is zijn voorliefde voor het oude boerenland op warme zandgronden. Enkele onderzoekers hebben achterhaald dat een ortolaan ietsje dunner in de veren zit dan bij voorbeeld de geelgors. Dat maakt dat ortolanen in onze streken best een graadje meer kunnen velen. Die extraatjes aan temperatuur zijn te vinden op hoge, droge zandbodems. In België liggen die overwegend in de Kempen. Toch is de ortolaan geen bewoner van het stuifduin op de hei, maar een volgeling van de oude boer, met zijn kleine akkertjes, hakvruchten, koren. eikenlanen en houtsingels. Er klonk dan ook wat misprijzen in de stem van Thijsse,toen hij in 1916 schreef: "Het moet erkend worden, dat wij de toename van ortolanen en ook van grauwe gorzen hoogstwaarschijnlijk te danken hebben aan de ontginningen, want deze beide vogelsoorten zijn vaste begeleiders van de graanbouw." Die loyaliteit aan het pastorale zandakkertje, met zijn rogge, haver of gerst, komt de ortolaan vandaag duur te staan. Deze gors mag dan een cultuurvolger heten. zijn slaagkans om gewijzigd landgebruik in zijn leefgebied te overleven, is bijzonder gering. Vervang rogge door maïs, een stoffige zandweg met houtkant door een struikloze streep van beton, en het lot van de ortolaan is bezegeld. 12 mei. De bezetting van de broedplaatsen is grotendeels afgesloten. Daarbij worden geschikte zangposten, het groeistadium van het graan (20 a 30 centimeter hoog) en de onderlinge concurrentie tegen elkaar afgewogen. De wijfjes gaan rap aan de leg. Meestal vijf eitjes in een met grashalmen en worteldraadjes verstevigd nestkommetje op de grond. Elf a twaalf dagen worden de eieren bebroed. Dan kippen de jongen. Haaks op hun eigen lievelingsdieet, granen, worden de borelingen met insecten gevoerd. In dit voedselpakket komen de rupsen van de eikenbladroller veel voor. Na een twaalftal dagen verlaten de goed opgeschoten jongen het nestkuiltje. Tussen het rijpende koren zitten ze betrekkelijk veilig. Bovendien krijgen ze nog steeds eten toegestopt. Rond 15 juli is voor de meeste ortolanen de broedcyclus achter de rug. De trek naar het Afrikaanse zuiden wenkt. De jonge dieren gaan het eerst. Maar voor veel ortolanen was de narigheid met de mens toen al gestart. Een landbouwingenieur schreef anno 1906: "Vele ortolaantjes scheren geen hoogen top; 't geen er ieder jaar tusschen 20 Juli en 15 Oogst in netten en strikken gevangen wordt, is niet te tellen." De reden van die massavangst ontdekt men in kookboeken van vijftig en meer jaren oud. Een recept: "Gebraden ortolanen (Ortolans rods). Braad de ortolanen gelijk de leeuweriken. Als ze genoeg zijn, schep het vet af en voeg er een weinig kalfsjeugd bij, met een overschot van Madeira-saus en een snuifje peper. Als de ortolaan gebraden is. schept men het vet van zijn braadsaj) af en voegt versche boter bij de jeugd voor het maken der saus..." Ortolanen waren voor de smulpaap. De bisschop van Osnabruck in West-Duitsland liet er zich tussen 1695 en 1698 4.652 toebereiden. Gebraden zowel als levende ortolanen zijn nu zo goed als uit onze landen verdwenen. In Frankrijk zitten de laatste ortolanenvangers geconcentreerd in de Landes. Hun club, 1'Association des chasseurs a la matole, telt nog tussen de 400 a 500 beoefenaars. Voor 95 procent gaat het om bejaarde boeren. De vangst gebeurt op kleine braaklandjes in de akkers en maïsvelden. 'La matole' is een in ijzerdraad gevlochten vangnetje. Het staat op de grond. Eronder liggen graantjes... Lokvogels moeten de overvliegende ortolanen tot landen bewegen. Geschat wordt dat er in de Landes zo'n 30.000 a 32.000 matoles op de ortolanen liggen te wachten. De jaarlijkse buit schommelt tussen de 5.000 a 30.000 gevangen ortolanen in de periode 15 augustus - 30 September, allicht duizenden vogels afkomstig uit Oost-Europese landen zoals Polen en Rusland. In de Landes is de commerciele verkoop van ortolanen momenteel verboden. Maar de gastronomie en ortolaan-vetmesterij is er niet minder om. want, 'un ortolan est tellement meilleur deguste en famille ou avec des amis'! Martin Loenders (65) eet geen 'brochettes d'ortolans' of 'ortolan aux questsches'. Martin telt ortolanen, beschermt ze en filmt ze. Als Kempenaar heeft hij de ondergang van dit vogeltje e op de voet gevolgd. Loenders: "Kort na de Tweede Wereldoorlog vonden wij soms drie nesten op 50 are. Niet zelden lagen de nestjes in de achtergebleven hoefafdrukken van het trekpaard. Maar tegenwoordig, brede banden van tractoren... meer niet. Zie je die korenakker hier, met dat gras ertussen, die wikke, daar is de ortolaan op uit. Ze eten veel 'bloedkevertjes' in de velden en vooral rupsen en insecten die zich hechten aan inlandse eiken, zoals kleine bladrollertjes die zich met hun spindraadjes naar beneden laten zakken. Vandaar dat de ortolaan ook geregeld insecten en rupsen zit te eten op en langs het asfalt van de weg. Vanuit mijn schuiltent heb ik ook gezien dat ze zich speciaal bezig houden met het opzoeken van kleine bruine sprinkhaantjes. Ik zag ze er regelmatig de jongen mee voeren. In deze streek zaten destijds meer dan honderd paartjes. Hun voorkeur ging duidelijk uit naar kleinschalige graanteelt op zand, geen monoculturen van maïs zoals dat nu het geval is... De bodem moet de zonnewarmte goed vasthouden en het regenwater afspoelen. Liefst met wat kale plekken waar de groei niet fameus is. In 1984 was de stand gedaald tot een 35 paartjes en hebben we met enkele Limburgse vogelbe-schenners besloten een speciaal fonds op te richten. Ieder najaar gaan we naar een aantal boeren met de vraag of ze bereid zijn de ortolaan te helpen. Dat zijn er intus-seneensmkof25. In de Paasvakantie zoeken we die mensen terug op aan te kijken of ze hun woord hebben gehouden. Daar kregen ze vroeger zoveel frank per hectare voor en ondertekenden een ontvangstbewijs met de tekst, 'Ondergetekende... verklaart hierbij ontvangen te hebben de som van .... BF uit het Ortolanenfonds voor de actieve medewerking bij het instandhouden van het leefmilieu van de ortolaan op zijn landerijen, door het inzaaien en laten opgroeien van wintergranen e.d. ter plaatse, alsmede het bewaren van de omliggende houtkant met bomen"., Het financiële aspect hebben we nu een andere wending gegeven. Ons steunbedrag is gebracht op 1.000 BF (± J 55,-) per ha per geslaagd broedsel. Dat zullen we nu extra optrekken naar 4.000 a 5.000 BF per gelukt broedgeval. Het Wereldnatuurfonds heeft zijn steun verleend voor een bedrag van 500.000 BF (fl 26.882), te spreiden over acht seizoenen. Dat zal hard nodig zijn, want jongere landbouwers hebben door de band geen voeling meer met de oude cultuurgebruiken. Zij willen moderniseren en kiezen voor de meest rendabele teelten, zoals maïs. Een van de uitbaters hier wou op zijn akker een zandgroeve starten. Mocht niet. Die 1.000 BF per ha voor de ortolaan kon hem niet het minste voordeel opleveren, zei hij. Met de vier paartjes voor 1989 zitten we in een kritieke fase. We willen de broedplaatsen dan ook aan niemand verklappen. Verleden jaarwas er in de buurt nog een kweker met twee exemplaren in zijn volière. 't Jaar daarvoor kwam er iemand ons negen ortolanen aanbieden om terug vrij te laten. Daar zijn we niet op ingegaan. Het gevaar voor de gevolgen van langdurige inteelt leek ons te groot. Niettemin willen we alles in het werk stellen om de laatste wilde ortolanen voor België te behouden. "
|
|||||||||||||||||||||