Grootte: -Biotoop: Nachtzwaluwen zijn vogels van doorgaans droge, halfopen tot open terreinen. Het nest bevindt zich op de grond, maar de aanwezigheid van enig geboomte als schuil- en zangplaats is gewenst. Het voedsel bestaat uit grote insekten, vooral nachtvlinders en kevers, die in de vlucht worden gevangen.
Territorium: -
Trekken of blijven: Het zijn zomervogels, die de winter doorbrengen in tropisch Afrika.
Bedreigd of niet? De nachtzwaluw staat op de Rode Lijst vanwege de sterke afname van het aantal broedparen, de zeer beperkte verspreiding en de kwetsbaarheid van het broedbiotoop.
Rond het begin van de eeuw broedden enkele duizenden paren van de nachtzwaluw in ons land, met name op de oostelijke en zuidelijke zandgronden en in de duinstreek. Vooral op droge, halfopen gronden als heide en duinvalleien was het typische geratel van het mannetje 's nachts niet van de lucht. Met het ontginnen van veel van die gronden nam de stand navenant af. Rond 1975 waren minder dan duizend paren over en was het westen des lands vrijwel ontvolkt. Sindsdien zijn de laatste bolwerken in het noordoosten - op het Bargerveen na - ook vrijwel verlaten. De laatste jaren broeden 450 tot 600 paar nachtzwaluwen in ons land, het leeuwedeel daarvan op de Veluwe en in Noord-Brabant en Limburg.
Over de precieze oorzaken van de afname van de nachtzwaluw zijn de meningen verdeeld. Met name de vraag of een toename van het aantal natte zomers ermee van doen heeft, valt nog niet duidelijk te beantwoorden. Zeker is wel, dat de afname van belangrijke prooidieren als mei- en junikevers, het dichtgroeien van veel halfopen heidevelden en de sterk toegenomen recreatiedruk in de overgebleven geschikte broedgebieden de soort danig parten speelt. Met een aantal gerichte beheersmaatregelen kunnen potentieel geschikte heidegebieden een stuk aantrekkelijker worden voor de nachtzwaluw. Daarbij gaat het om het vergroten van de randlengte tussen bos en hei, het scheppen van zandige kale plekken in de hei en het laten staan van enkele bomen in de heidevelden. Extensieve begrazing is bij uitstek geschikt om de voor de soort gewenste mozaïkstructuur te krijgen. In droge bossen is de aanwezigheid van zandige, open plekken van belang. Verder is voorkoming van verstoring erg belangrijk; afsluiting van voor de nachtzwaluw belangrijke terreinen in het broedseizoen verdient zeker aanbeveling. In elk geval dienen honden uit de broedgebieden geweerd te worden. Verder zal spontane ontwikkeling van geschikt leefgebied, bijvoorbeeld door stormschade in het bos, zo veel mogelijk getolereerd moeten worden. Op plaatsen waar nogal eens een nachtzwaluw wordt doodgereden, valt een nachtelijk rijverbod op secundaire wegen te overwegen.
Aantal broedparen in Nederland: 412 (1998)
Verspreiding in Nederland (1979):