IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur
Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied
Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi
Klik op de foto voor een groter exemplaar
Geluid: © ETI BioInformatics, SoortenBank.nl Het geluid bestaat uit een opeenvolging van vloeiende driedelige klanken: 'kwik me dit'.Grootte: iets kleiner nog dan een spreeuw.Biotoop: Hooi- en bouwlandTerritorium: -Trekken of blijven: Het is de enige trekkende hoendervogel. Overwintert in het Middellandse zeegebiedBedreigd of niet? De aantallen fluctueren enorm. Kwam vroeger véél meer voor. Aantal broedparen in Nederland: 500-5.000 (1987)Verspreiding in Nederland (1979): Atlas van de Nederlandse Broedvogels,Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in NederlandSovon & CBS, 1998Reactie van Wilte Zijlstra op een mailtje Van Kwartels is bekend dat ze "buikspreekachtige" roepen hebben: ze zijn moeilijk te localiseren, en eentje kan de indruk geven op verschillende plaatsen te zijn. De roep is wel heel stereotyp: mannetjes zijn er aan te onderscheiden. Het schijnt zelfs redelijk voorkomend dat kwartels in september nog broeden (in Catalonie). Daarom moet juli/augustus zeker ook als broedseizoen aangemerkt worden. Daarnaast is de kans klein dat er broedende paartjes in Nederland zitten. Mannetjes geven nl. geen broedzorg, dus zodra een vrouwtje eieren gelegd heeft, gaan de mannetjes op zoek naar een nieuwe partner, bijvoorbeeld door verder naar het noorden te trekken. De sex ratio wordt dus steeds schever en schever. In Marokko, waar ook redelijk wat kwartels broeden is de verhouding nog 1:1, maar in bijv. Oostenrijk is de verhouding ongeveer 10 mannetjes : 1 vrouwtje. De vrouwtjes vallen als het ware steeds af (eieren broeden) terwijl de mannetjes doortrekken naar het noorden, op zoek naar nieuwe vrouwtjes. Volgens Sovon zijn er 500-5000 broedparen in Nederland. Uit de (schaarse) informatie op het net over kwartels blijkt dat het er waarschijnlijk veel minder te zijn. Temeer daar niet elk roepend mannetje (wat toch als indicatie gebruikt wordt) deel van een paartje hoeft te zijn.
© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl
Het geluid bestaat uit een opeenvolging van vloeiende driedelige klanken: 'kwik me dit'.
Grootte: iets kleiner nog dan een spreeuw.Biotoop: Hooi- en bouwlandTerritorium: -Trekken of blijven: Het is de enige trekkende hoendervogel. Overwintert in het Middellandse zeegebiedBedreigd of niet? De aantallen fluctueren enorm. Kwam vroeger véél meer voor. Aantal broedparen in Nederland: 500-5.000 (1987)Verspreiding in Nederland (1979):
Biotoop: Hooi- en bouwland
Territorium: -
Trekken of blijven: Het is de enige trekkende hoendervogel. Overwintert in het Middellandse zeegebied
Bedreigd of niet? De aantallen fluctueren enorm. Kwam vroeger véél meer voor.
Aantal broedparen in Nederland: 500-5.000 (1987)
Verspreiding in Nederland (1979):
Atlas van de Nederlandse Broedvogels,Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in NederlandSovon & CBS, 1998Reactie van Wilte Zijlstra op een mailtje
Sovon & CBS, 1998
Van Kwartels is bekend dat ze "buikspreekachtige" roepen hebben: ze zijn moeilijk te localiseren, en eentje kan de indruk geven op verschillende plaatsen te zijn. De roep is wel heel stereotyp: mannetjes zijn er aan te onderscheiden.
Het schijnt zelfs redelijk voorkomend dat kwartels in september nog broeden (in Catalonie). Daarom moet juli/augustus zeker ook als broedseizoen aangemerkt worden.
Daarnaast is de kans klein dat er broedende paartjes in Nederland zitten. Mannetjes geven nl. geen broedzorg, dus zodra een vrouwtje eieren gelegd heeft, gaan de mannetjes op zoek naar een nieuwe partner, bijvoorbeeld door verder naar het noorden te trekken. De sex ratio wordt dus steeds schever en schever. In Marokko, waar ook redelijk wat kwartels broeden is de verhouding nog 1:1, maar in bijv. Oostenrijk is de verhouding ongeveer 10 mannetjes : 1 vrouwtje. De vrouwtjes vallen als het ware steeds af (eieren broeden) terwijl de mannetjes doortrekken naar het noorden, op zoek naar nieuwe vrouwtjes.
Volgens Sovon zijn er 500-5000 broedparen in Nederland. Uit de (schaarse) informatie op het net over kwartels blijkt dat het er waarschijnlijk veel minder te zijn. Temeer daar niet elk roepend mannetje (wat toch als indicatie gebruikt wordt) deel van een paartje hoeft te zijn.