IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur



Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi


Kuifleeuwerik (Galerida cristata)

Kuifleeuwerik (Galerida cristata)
Klik op de foto voor een groter exemplaar


 

Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Grootte: -

Biotoop: Deze van oorsprong in steppen en halfwoestijnen levende grondvogel komt in Noordwest-Europa voor op zandige, droge gronden en in vergelijkbaar biotoop in stedelijk gebied. Het nest bevindt zich op kale tot schaars begroeide gronden, op grinddaken, opgespoten terreinen en dergelijke. Zaden en groene plantedelen vormen de belangrijkste voedselbron, maar in de broedtijd worden ook insekten gegeten.

Territorium: -

Trekken of blijven: -

Bedreigd of niet? De kuifleeuwerik staat op de Rode Lijst vanwege de sterke afname en de zeer beperkte verspreiding van de Nederlandse broedpopulatie.

Vroeg in de negentiende eeuw drong de kuifleeuwerik door tot in ons land. Of dat van doen had met de opmars van Napoleons legers - toen nog gelardeerd met haver en insektenrijke paardepoep - laten we hier in het midden. Rond 1900 was de soort wijd verspreid en tamelijk algemeen, vooral op de oostelijke zandgronden, in de duinen en plaatselijk in stedelijk gebied. De uitdijende steden vormden een steeds geschiktere leefomgeving, zodat de kuifleeuwerik alras als een echte stadvogel bekend stond. Rond 1970 broedden zo'n 5000 paren in ons land. Sindsdien is het snel bergafwaarts gegaan. Rond 1985 waren nog slechts 1000-2000 paar over en begin jaren negentig 400-450 paar. De Hollandse duinen en de grote steden in het zuiden en oosten zijn nog het best bezet, maar ook hier is de soort schaars geworden.

De oorzaken van de in heel Noordwest-Europa optredende afname van de kuifleeuwerik zijn niet erg duidelijk. Opvallend is wel, dat de broedparen in agrarisch gebied als eerste verdwenen. Mogelijk heeft dit te maken met het verdwijnen van overhoekjes en andere rommelige plekjes, waar de soort veel voedsel kon vinden. De afname in stedelijk gebied heeft deels van doen met veranderingen in de wijze van bouwen, waardoor bouwterreinen slechts kort braak blijven liggen. Beschermingsmaatregelen voor de kuifleeuwerik lijken, gezien zijn voorkeur voor stedelijk gebied, niet uitvoerbaar. Wel kan op plaatsen waar de soort nu nog voorkomt, de aanwezigheid van open, 'rommelige' terreintjes bevorderd worden.

Aantal broedparen in Nederland: 64 (1998)

Verspreiding in Nederland (1979):


Atlas van de Nederlandse Broedvogels,





De kuifleeuwerik is bijna verdwenen

uit Trouw, 10 mei 2000, Thijs den Otter

AMSTERDAM - Van 5000 broedpaartjes eind jaren zeventig, naar nog slechts 100: de kuifleeuwerik in Nederland weet wat kelderen is. In de vroege jaren negentig waren de toen nog resterende 450 koppeltjes geconcentreerd rond de Hollandse kustplaatsen en de Peel. Anno 2000 lijken ook deze laatste bolwerken te vallen.

Het 17 centimeter grote vogeltje zal voor velen geen onbekende zijn. De kuifleeuwerik is verre van schuw en is vooral te vinden in de buurt van mensen. De vogel kwam kort geleden zelfs in steden als Amsterdam en Den Haag voor.

Typisch Nederlands is de kuifleeuwerik niet. De soort is van origine een bewoner van de droge Aziatische steppe. Via Zuid-Europa bereikte de kuifleeuwerik vervolgens het noordwesten van het continent. Wanneer de soort zich in Nederland vestigde, is niet geheel duidelijk. Vanaf het einde van de 19de eeuw nam de vogel in geheel West-Europa toe en behoorde de vogel al snel tot de algemene soorten. Het is ook niet bekend wanneer achteruitgang van de soort inzette. Vermoed wordt dat de soort in Nederland tijdens de tellingen van de jaren '70 al over zijn hoogtepunt heen was. Toch ging het toen nog altijd om 3000 tot 5000 broedparen. Daarna ging het snel. In de tweede helft van de jaren '80 dook het aantal omlaag naar maximaal 2000 broedparen, terwijl er in 1991 naar schatting nog maar 450 paartjes broedende kuifleeuweriken broeden.

De vogelonderzoekvereniging Sovon werkt aan een broedvogel atlas voor Nederland. Coördinator Jan-Willem Vergeer is derhalve goed op de hoogte van de achteruitgang. ,,Als ik bestanden over de kuifleeuwerik opvraag, zie ik de kaart van Nederland rood uitslaan. Dat betekent dat de vogel op de meeste plaatsen is verdwenen. De inventarisatie is nog niet afgerond, maar als je naar de trend kijkt, is 150 broedparen het absolute plafond voor Nederland. En dan ben ik heel optimistisch.''

Niet lang geleden was de kuifleeuwerik in Katwijk en Noordwijk een veel voorkomende vogel. Vooral op de boulevards, maar ook in de nieuwbouwwijken was het dier te zien. Katwijk telde midden jaren tachtig 10 broedparen en de Noordwijkse populatie was tegen het einde van dat decennium wellicht de meest stabiele van Nederland. Daar werd het aantal paartjes op maximaal 22 geschat. Inmiddels zijn ook hier de meeste kuifleeuweriken gevlogen. In Noordwijk broedt op dit moment nog één paartje en is er misschien nóg een nest. De Katwijkse populatie leek rond 1996 te blijven hangen op vier broedparen. ,,Sindsdien is er ieder jaar een paartje afgegaan. Als ze dit jaar al in Katwijk broeden, dan zitten ze in de Zeereep, een soort duinstrook langs de kust'', zegt plaatselijk vogelkenner René van Rossum.

Elders in het land is het niet veel beter. Alleen in het Drentse Emmen en het Noordbrabantse Veldhoven zijn er bij Sovon in de voorbije jaren meer dan drie territoria gemeld.

De soort verdwijnt niet alleen in Nederland. Ook in andere landen die in het Noordwesten van het Europese verspreidingsgebied liggen, gaat de soort achteruit. Het lijkt erop dat de soort zich aan het terugtrekken is naar de kern van zijn verspreidingsgebied. Maar volgens Vogelbescherming Nederland gaat het ook in het zuiden van Europa minder, al is de kuifleeuwerik er nog redelijk algemeen.

In Nederland zijn er inmiddels diverse theorieën op het verdwijnen van de soort losgelaten. Kleine klimatologische veranderingen zouden de vogel de das om gedaan hebben en de recreatiedruk zou in sommige gebieden te hoog zijn. Meer voor de hand ligt het idee dat de gebieden in Nederland waar de kuifleeuwerik het liefst voorkomt, schaarser worden. Grote stukken braakliggend terrein met de nodige rommelhoeken waren voor de Nederlandse kuifleeuwerik een substituut voor de steppe waar de vogel oorspronkelijk vandaan komt. Er worden nog steeds nieuwbouwwijken aangelegd, maar dat gaat sneller en netter dan ooit tevoren.

Goede natuurbescherming kan de kuifleeuwerik niet redden. Vogelbescherming Nederland acht het dan ook onmogelijk om een goed hulpproject voor de kuifleeuwerik op te zetten.

Alles wijst erop dat Nederland over een jaar of tien een broedvogel armer is.